Linda (58) vecht tegen familie: ‘Ze willen dat ik mijn zieke partner naar een verpleeghuis breng!’

Mijn naam is Linda en ik ben 58 jaar oud. Twee jaar geleden kwamen we erachter dat mijn man, Paul, een ernstige progressieve neurologische aandoening heeft. Ons leven is sindsdien totaal veranderd. Paul heeft constante zorg nodig, maar voor mij is het simpel: ik wil hem zo lang mogelijk thuis verzorgen. Het is een zware verantwoordelijkheid, maar ik ben hier met liefde. Paul’s familie oefent echter voortdurend druk uit om hem naar een verzorgingshuis te brengen, en het voelt alsof ze mij proberen over te halen iets te doen wat niet goed voor mij voelt.

Familieproblemen

Vanaf het moment dat we de diagnose kregen, wisten we dat het een zware tijd zou worden. Paul heeft dagelijkse hulp nodig bij basisdingen zoals eten en wassen. Maar van meet af aan heb ik gezegd: „Ik blijf bij je. Wat er ook gebeurt, ik zorg voor je.“ Paul is mijn man, mijn partner, en beste vriend. Ik kan het niet verdragen om hem weg te sturen naar een verzorgingshuis terwijl hij me hier nodig heeft.

Het is absoluut zwaar. Er zijn dagen dat ik totaal op ben, zowel fysiek als mentaal. Maar dan zijn er die momenten waarin een simpele lach van Paul mijn hart warm maakt, zoals nadat ik hem heb geholpen met een kopje thee of een warme deken. Die kleine dingen maken alle inspanningen waard. Paul voelt zich veilig en gelukkig thuis, en zolang ik het aankan, wil ik hem die zorg blijven geven.

Paul’s familie ziet het echter anders. Ze maken zich zorgen dat ik mezelf overbelast en denken dat professionele zorg beter zou zijn. Hoewel ik hun zorgen begrijp, verandert dat niets aan mijn gevoelens: ik wil zelf voor Paul zorgen.

Elke keer als de familie langskomt, drukken ze hun zorgen opnieuw uit. „Linda, je moet ook aan jezelf denken,“ zeggen ze vaak. Ze vinden het niet realistisch dat ik dit vol kan blijven houden, en soms lijkt het alsof ik constant mijn keuze moet rechtvaardigen om voor Paul te zorgen. Ook al begrijp ik hun zorgen, ze lijken niet te beseffen hoe belangrijk dit voor ons beiden is.

Het blijft zwaar. De verzorging van Paul kan fysiek veeleisend zijn, en er zijn momenten waarop ik het gevoel heb dat ik niet genoeg doe. Nachten waarin hij mij nodig heeft, sta ik regelmatig op, midden in de nacht. Mijn eigen behoeften zet ik constant opzij, en mijn sociale leven is nagenoeg verdwenen. Het idee om hem van huis weg te halen, voelt gewoon niet goed.

Toch beginnen de woorden van zijn familie soms op mij in te werken. Ze maken zich zorgen om mij, en soms overdenk ik hun woorden. Maar als ik naar Paul kijk en zie hoe hij thuis op zijn gemak is, weet ik dat dit de juiste plek voor hem is.

De Onzekere Toekomst

Een verzorgingshuis zou misschien voordelen bieden zoals professionele zorg, maar ik weet zeker dat Paul zich daar verloren zou voelen. Hij houdt van de kleine dingen thuis—zijn favoriete stoel, de foto’s aan de muur, de vertrouwde geur van koffie in de ochtend. Ik ben bang dat hij in een verzorgingshuis de persoonlijke aandacht en liefde zou missen die ik hem thuis geef.

De familie ziet misschien niet wat hun voorstel echt betekent. Het zou wel mijn fysieke last wat verlichten, maar de emotionele pijn van het loslaten van Paul zou enorm zijn. Het idee om hem ergens achter te laten zonder mij bij hem, is veel zwaarder dan de fysieke zorg die ik nu geef.

Ik zit in een ingewikkelde situatie. Aan de ene kant voel ik sterk dat ik Paul thuis moet verzorgen. Aan de andere kant voel ik de druk van de familie en de vraag of ik dit vol kan houden. Hun bezorgdheid maakt alles moeilijker, ook al zijn hun bedoelingen goed.

Ik zou graag willen weten hoe anderen dit aanpakken. Hoe maak je zo’n moeilijke beslissing? Is het verkeerd om vast te houden aan de wens om hem thuis te houden, of is het onredelijk tegenover mezelf? Ik ben benieuwd naar ervaringen en adviezen van anderen. Misschien kunnen hun verhalen mij helpen een beslissing te nemen.